top of page

GETUIGENISSEN

Ik vertelde het met knikkende knieën en enige aarzeling in m’n stem. Dat het door zuurstoftekort is dat ik zo moeilijk stap, dat lang staan daarom niet evident is en dat ik wellicht niet tot bij de laatste rij geraak.

​

De leerlingen luisterden geduldig, maakten niet in het minst een probleem. Maar ik bleef wel met een onbehaaglijk gevoel achter. Het leek alsof ik dingen had benoemd die niet benoemd moesten worden. Het is een eigenschap, inherent aan mijn persoon. Anders kan ik net zo goed vertellen waarom ik een bril draag en niet zo’n grote fan van broccoli ben. Toch?

​

Sindsdien benoem ik mijn beperking niet meer bij het begin van het schooljaar. Binnen het kader van mijn lessen probeer ik het klimaat te creëren waarin leerlingen weten dat ze steeds bij me terecht kunnen, voor welke vraag dan ook.

Column: Kwinten staat voor de klas met een fysieke beperking

kwinten-van-heden.jpg

"

Het moet nu ongeveer elf jaar geleden zijn dat ik m’n eerste professionele stappen zette in het onderwijs. Ondertussen probeerde ik al honderden leerlingen de passie voor het Frans en Nederlands bij te brengen. Ik kreeg al leerlingen van de tweede en derde graad voor mijn neus:, maar evengoed leerlingen die net de deur van de basisschool achter zich dichttrokken. Lerarentekort, u kent het wel.

Na mijn Master Taal- en Letterkunde begon ik aan mijn lerarenopleiding. Ik legde examen af van alle vakken tot ik er echt niet meer omheen kon… de stages. Die boezemden me een enorme angst in. Staat de grootste aap niet vooraan? Als leerkracht met een ernstige fysieke beperking – ik stap traag en moeilijk en voor grotere verplaatsingen gebruik ik een rolstoel – was mijn zwakke plek meteen zichtbaar voor het puberende publiek. Ik heb er me suf over gepiekerd: moet ik bij aanvang van de lessen iets zeggen over mijn beperking? Of moet ik mijn beperking zo laten spreken? Er waren weinig tot geen ervaringsdeskundigen bij wie ik te rade kon.

© Christophe Ketels

Netwerkdag_edited.jpg

Betekent dit dat lesgeven nu a piece of cake is? Nee. Mijn beperking, vooraf benoemd of niet, blijft visueel sterk aanwezig. De ideale gevoelige plek voor een boze of stoere leerling(e) om eens lekker op te drukken. Gelukkig ben ik tot op heden nog geen openlijke schietschijf geweest. Toch blijft het een beetje bang afwachten. Ik hoop maar dat mijn gevoel voor humor en mijn respect voor de leerling in kwestie me dan uit de brand redt.

 

Maar nu sla ik stappen over. Nu lijkt het alsof mijn sollicitaties van een leien dakje liepen. Dat is niet helemaal waar. Mijn eerste sollicitatie verliep heel goed, maar toch zag ik de directrice een beetje schuifelen op haar stoel. Na een lange stilte kwam het eruit: ‘Je confronteert me een beetje met mezelf. Ik vind je een heel geschikte kandidaat, maar ik denk niet dat mijn lerarenkorps klaar is voor een collega met een beperking’. We spreken over tien jaar geleden.

​

Na een succesvol gesprek op mijn huidige school durfde ik zelf de vinger op de wonde te leggen: hoe denkt u over mijn handicap? ‘Het zal een meerwaarde zijn voor onze school’. Het antwoord kwam even resoluut als verrassend. Ik kreeg prompt een vast lokaal op het gelijkvloers. Leerlingen komen naar mijn lokaal in plaats van omgekeerd. Ik was blij met het vertrouwen en de kans die ik kreeg. Na al die jaren werk ik er nog altijd.

​

Betekent dit dat mijn school er van in het begin alles aan gedaan heeft om alle mogelijke hindernissen weg te werken? Nee. Ik heb nog elke dag hulp nodig bij het openen van de deur van de leraarskamer. Die is zwaar. Om naar de studierefter te gaan, moet ik elke week een bijzonder steile helling op – een ware droom voor elk getraind skater -, veel te gevaarlijk om alleen met een rolstoel te overbruggen. Elke week zijn er twee keer minstens drie sterke collega’s nodig om me die helling op en af te krijgen. Het is telkens weer een krachttoer. Een spektakel waar omstaande leerlingen van smullen.

​

Dat ze niet begrijpt waarom ik daarvoor niet elke week bij de directie sta, zegt een mondige collega me. Dat dat toch niet meer kan zo. Zolang ze geen oplossing hebben voor die helling, zou ik weigeren om nog toezicht te doen. Ze bedoelt het goed, die collega. En ja. Telkens als ik met die hindernissen word geconfronteerd, is er inwendig een duiveltje dat vloekt. Maar als (beginnend) leerkracht hoop je ook volgend schooljaar nog op werk. Ik zou niet graag als lastig worden weggezet. Want die aanpassingen brengen een hele hoop administratief gedonder met zich mee – om van de last van een kleine verbouwing nog maar te zwijgen. Ik heb al mijn moed verzameld en aangeklopt bij de directeur logistiek. Of de deur van de leraarskamer niet kon worden geautomatiseerd. En of er kon worden nagedacht over een alternatief voor de helling, ook als dat de nodige breekwerken met zich mee zou brengen. Dat ik er zeker van was dat ze er wel een financiële tussenkomst voor zouden krijgen; ik was bereid om hen te helpen met de administratieve rompslomp.

​

Dat mailtje heb ik nog maar recent verstuurd, maar, die automatische deur? Die komt er. Er zijn al offertes binnen.

Meer getuigenissen?

 

Het platform 'Meer kleur voor de klas' is een inspiratieplatform dat vanuit verschillende invalshoeken mensen stimuleert om een etnisch divers lerarenteam als een maatschappelijke meerwaarde te zien. 

​

meerkleurvoordeklas_edited.jpg
bottom of page